Thursday, April 30, 2015

DEVELOPMENT

Development
De ontvouwende gedachte


Ik versier mijn ornamenten tot vele krullen om leven
en dood, het basisidee van de fundamenten.

Er is geen uitgestippelde weg. Het doel ontvouwt zich
om de wereld heen, wil zich een vector bewegen, een
richting, een onontkoombare fractal.

Er is geen plan. Het is de Gulden Snede. Ik laat met
jou alles rijpen als niets zich nog langer vergist. Zoals
dit voorjaar, soms vroeger of eerder dan later.

Duidelijk is het als ik het zoeken heb gestaakt de puzzel
zijn stukjes complementeert. Dat het kwartje valt, maar
vanwaar juist nu.

De helix een Meerkoet die in zijn seizoen de eerste dode
plantenresten tot nest drapeert. Of een Boerenzwaluw die
voor zichzelf altijd op tijd arriveert, zijn zwieren naar
een nieuw areaal verplaatst.

We worden ouder als noodzakelijk verval. Het moment
ongrijpbaar maar verzekerd. Grijzer en mogelijkerwijs
wijzer.

De wolken drijven langzaam maar gestaag voorbij.
Kunnen wij dit zodanig overpeinzen dat wij weten
van een daadwerkelijker mooie dag? –



Elbert Gonggrijp,  Heiloo,  dinsdag 28 april 2015







Tuesday, April 28, 2015

De altijd aanwezige suggestie

De altijd aanwezige suggestie van in zichzelf verdwijnen


Met dank aan gedicht “ Punt “ Albrecht Schermer
en de poëzie van Hannah Duchamp


Zo vluchtig de pennenstreek in de nacht. Wat ik nu voor waar
aanneem is morgen een fantoom, beitst prikkelende pijn, rest
het vage vermoeden dat er toen nog in dat ene vorige uur
iets uitermate briljants.

De tijd een harde diamant van het onoordeelkundig slijten.
Het zwaard van Damocles dat boven de sterfelijke zaken
hangt. De Tantaluskwelling van het nimmer toereikende
begrip.

Hier bepaalt de zwaartekracht de wetten. Hier ademt de
slapende kat zich een getijde. Hoeveel stiller in zijn
vorm dan mijn amechtig zwijgen.

Ik filosofeer mij de zoveelste vergissing dat het leven
maakbaar zou zijn. Een stoicijnse Ficus leeft toch
wel verder in zijn innerlijke ouderdom.

Ik verschuif mijn planetenstelsel voor lichtjaren
hetzelfde. Een schijnbaar standpunt voortrazend in
mijn voortdurende gedachte.

Ik ben mijn verdwijnpunt aandachtig. Zo duw ik de
Gordijnen opzij voor deze toekomstige ochtend en
herinner mij niets van al het overige.

Dat de Merel fluit en het water
kookt voor een vers kopje thee –



Elbert Gonggrijp,  Alkmaar,  dinsdag 28 april 2015,  2.56 uur 












  

Monday, April 27, 2015

BESPIEGELING

Bespiegeling
introspectie in een lentevijver


Vanuit deze tierige wereld spiegel ik
een aarzeling, de ongeronnen toekomst
van het oppervlakkig water.

Alles kan zich in de donkerte van een
schaduw, een vis, de onbespiede waterlelies.
Er is nog geen drijven dat het boven
pleegt te komen.

Alles verzucht zich nog terwijl. De eenden
inspecteren het kroos op onzekerheden.
Het licht plengt een enkele vraag.

Alles raakt aan lente en krijgt een
vluchtige residentie. In dit onderkomen
kunnen mijn gedachten wonen,
subtiel van schaarste.

Waarin weet de weg het mijmeren een
overkoepelend idee? De libellen wanen zich
vacant, dromen zich vraatzuchtig onderwater.

De signalen aangestipt tot een inventarisatie
van uiterst noodzakelijke notities. Watermunt
en Schietmot naar een juiste interpretatie.

Dat alles weldra beter
en anders zondermeer –



@ Elbert Gonggrijp,  Heiloo,  Koningsdag,  maandag 27 april 2015
@ Foto's Elbert Gonggrijp,  Heiloo,  april 2015  











Friday, April 24, 2015

Als Haiku geen dank


Als Haiku geen dank
De ontboezeming van de bloesem

Ik oog een zoetgevooisde
roze, een ontwaaierend ontvouwen
de allerdichterlijkste ontbloeiing.

De smaak van belofte de indachtige
gedachte. Glimmend kersenrood
tot een plausibel vooruitzicht.

Het aarzelt een toon, torent zich de
boom naar een prevelende melodie
van laten klinken.

Ik hoor haar plechtige plezier,
een bruiloftskroon van juichen.
In de kalmte het pure bezinksel.
Zij berust haar innerlijke kleuren.

Zo duidelijk Haiku, zo lente
rondom. Ik borduur voort op
de spinsels van haar glimlach,
een reeks verzinsels uit
baldadige knoppen.


Een tere gestalte, een staande
ovatie, een dusdanig silhouet.

Af te wachten, maar
in een voorlopig
ongeduld –


 
Elbert Gonggrijp,  Alkmaar, Overdie,  vrijdag 24 april 2015, 19.50 uur








 

O, Guardian Angel......

 
O, Guardian Angel, my Garden Angel
Ergens daar waar –   

 
In de Indische kers zingt het welluidend naar luid, een verlangen
naar overstemmen, mijn macho, mijn merel. Al die kerels doen
het hardop en almachtig jachtig tegen elkaar in.

Ze zeggen ik ben zo onzichtbaar alleen, maakt niet uit met wie.
Ik kan het beamen. In de deuropening bevries ik bijkans en
schiet een video, een plaatje, een geluidsopname.

Maar vanwaar. Het blijft gissen hoe hij daar zit, comfortabel of
dusdanig uit zijn sas. Waar wachten de dames, waar sla ik
alarm als alles tevergeefs en de besluipende kat.

De ochtend stokt mijn adem, huivert haar geluiden van stilte, het
holle logge straatverkeer. Een enkele mens met een uitgelaten
hond, een sporadische daad van schatplichtig leven.


Ik doorgrond niets, maar ken deze voorbarige wereld. Mijn
vriendin slaapt zich zacht de onschuldige slaap. Man merel
doorwaakt, hij slaakt luidkeels honderduit dat hij bestaat.

Ik kan het beamen. Ik stip hem aan, een geluid bevroren in een
ergens daar, het nog maagdelijk zwart van vermoeden. Een overal
hier, in het park, de bomen, op de nok van het dak.

Zover het oor reikt, zover hij geruststelt dat zijn en mijn
dromen evengoed mogelijk. Het indringend luisteren
naar een welluidend verstaanbaar ontwaken –

 
@ Elbert Gonggrijp,  Alkmaar,  Overdie,  vrijdag 24 april 2015,  6.24 uur
@ Foto's Elbert Gonggrijp, behalve de Merel(Google Afbeeldingen), april 2015
@ YouTube fimpje Merel: Elbert Gonggrijp,  Overdie,  vrijdag 24 april 2015,  5.14 uur








 

 

Thursday, April 23, 2015

DEJA VU

 


DEJA VU

 
In de sneer van de groenling
zit de verontwaardiging
van zijn territorium.

Het is mooi weer in zijn lente,
maar wat doe ik hier?

Ik praat met een vriend van
die ene gedachte dat
alles wat wij doen
te herleiden is
tot een enkel nu.

Nu, zeg ik, is voorbij terwijl
het glas teugt tot
een heldere
constatering.

Het smaakt mij
naar meer, maar
wat als ik
mijn tong
tot oordeel?

Nu prevel ik
deze dag naar
een geweldig
nu.

Maar dat is
voorbij bij
dit ene
gezegde –

 
Elbert Gonggrijp,  Alkmaar,  zaterdag 18 april 2015